Het Verhaal van Moe Lies

Voor de gemeente Hove schreef ik het verhaal van de nieuwe reuzin van Hove, de eerste 100-jarige en tevens laatste bareelwachter in de gemeente: Moe Lies. Voor de nabestaanden van de echte Moe Lies was het belangrijk dat het verhaal historisch correct was. Daarom weefde ik het verhaal rond enkele van haar slagzinnen zoals: 'Als het maar proper is.' en de 'Wat moet, dat moet en meer is dat niet.' Op die manier kregen de kinderen van vandaag toch iets mee van de tijdgeest waarin de echte Moe Lies opgroeide. 

Lies is handig met naald en draad. Ze loopt van huis naar huis om kleren te herstellen, knopen aan dikke winterjassen te zetten of gaten te dichten in zondagse tafelkleden. Vroeger hadden de mensen nog niet zoveel geld dat ze alsmaar nieuwe kleren kochten. Alles werd hersteld en 't ging vaak een leven lang mee. En terwijl ze zat te werken, hoorde Lies de mensen soms zuchten dat ze wel een nieuw kleed hadden gekocht als de scheur in't midden van't kleed had gezeten, maar dat een scheur aan de rand minder opvalt of dat kinderen potdekke sneller gaten in hun hemd ritsen dan dat hun ogen knipperen, dan zei Lies: "Och een scheur in uw kleed da's niks. Als't maar proper is!" Dan knikten de mensen. Een scheur kan iedereen overkomen. "Als't maar proper is!"